Witteboomstraat
Alfenman
Nadat de (Franse) graven van Vlaanderen omstreeks het
jaar 1056 in het bezit
waren gekomen van Rijks-Vlaanderen (+/- Land van
Aalst), eigenden ze zich ook
een aantal bruggenhoofden op de rechteroever van de
Dender toe. Daardoor werden
Liedekerke, Borchtlombeek én Teralfene (toen nog
nauwelijks bevolkt) voor vele
eeuwen oostelijke grensdorpen van het graafschap
Vlaanderen. Net als Erembodegem
dat aan beide zijden van de Dender lag. Hekelgem en
Essene daarentegen bleven
bij het graafschap Leuven, dat later zou uitgroeien tot
het hertogdom Brabant.
Deze machtsuitbreiding van het graafschap Vlaanderen
naar het oosten is niet
zonder slag of stoot gegaan. Op verschillende plaatsen
langs die nieuwe grens
werden versterkte burchten gebouwd om het nieuwe gebied
te verdedigen. Zo stond
er in Teralfene in de middeleeuwen ook een omwaterde
burcht ter hoogte van Ter
Elst van waaruit ridders, die leenman waren van de
graaf van Vlaanderen, de
grens met Brabant konden bewaakten.
Aan de andere kant van de grens kreeg de abdij van
Affligem vanaf haar prille
begin (1062) een belangrijke functie toebedeeld,
namelijk het stoppen van de
Graven van Vlaanderen in hun gebiedsuitbreiding. De
abdij was in de eerste
plaats bedoeld als een religieus grensoverschrijdend
bolwerk. Maar als huisabdij
van de hertogen van Brabant én precies gevestigd op de
grens met Vlaanderen, mag
de politiek-militaire rol die ze de eerste eeuwen van
haar bestaan gespeeld
heeft niet onderschat worden.
Het valt op dat de historische noordgrens van Teralfene
de natuurlijke heuvelkam
(Schettenberg) volgt die strategisch-militair voor
beide zijden zeker nog van
belang is geweest ten tijde van de oorlogen tussen
Vlaanderen en Brabant (14de
eeuw). Heuvels vervulden wel vaker een rol als
verdedigbare grens. Zo liep wat
verderop die (staats-) grens bijvoorbeeld pal over de
Boekhoutberg. Te Teralfene
is het misschien meer dan toeval dat de Bremtstraat
precies aan die historische
grens Vlaanderen-Brabant ligt. De Bremt is hier immers
een oude plaatsnaam die
reeds vernoemd werd in de 14de eeuw en verwijst naar de
aanwezigheid van
braamstruiken. Ook elders in Vlaanderen verwijzen toponiemen wel eens naar het
feit dat belangrijke grenzen in het verleden afgebakend
(of geaccentueerd)
werden met stekelige en doornige struiken, aangezien
deze blijkbaar een zekere
fysieke én psychologische bescherming boden.
Nog iets: uit de zeldzame oude kaarten die enigzins
gedetailleerd zijn (oa.
Horenbault, 1596) blijkt dat het Hertogdom Brabant
slechts op twee plaatsen
rechtstreeks grensde aan de Dender. In de middeleeuwen
hadden rivieren zowat
hetzelfde belang als autowegen vandaag. Naast een
oeverstrook bij Meerbeke
(tegen Ninove) reikte het hertogdom Brabant enkel nog
tot aan de Dender ter
hoogte van Hekelgem via een soort corridor (Kortenbos)
die Teralfene zelfs van
haar moederdorp Erembodegem scheidde. Concreet liep
deze smalle uitloper van
Brabants grondgebied vanaf Ten Bos door naar het
zuidwesten om in een smalle
strook tussen de Witteboomstraat en De Kavee uit te
komen aan de Dender. Deze
situatie was kennelijk al vroeg zo, vrijwel zeker al
ca.1250, vermoedelijk zelfs
reeds vanaf de 11de eeuw, al is het ook mogelijk dat
deze bosrijke grensstrook
aanvankelijk betwist gebied is geweest. Precies aan dit
korte stukje Brabantse
Denderoever van amper 500 meter lang bevond er zich van
oudsher een
aanlegplaats. Marcel Daelman (VVF-Aalst) omschrijft het
zelfs als een
"privé-haventje van de abdij van Affligem".
Dit gegeven wekt het vermoeden dat
de Brabantse corridor er niet toevallig is gekomen.
Wellicht heeft de abdij van
Affligem al vroeg gelobbyd bij de hertogen van Brabant
om deze toegang tot de
Dender te bekomen of
minstens te kunnen behouden. Dergelijke verzekerde toegang
tot de Dender via het eigen grondgebied bleek immers
geen overbodige luxe te
zijn ten tijde van de rivaliteiten en oorlogen (1333
& 1356) tussen Vlaanderen
en Brabant. Een zeer gelijkaardige Brabantse corridor
naar de steenovens aan de
Schelde te Sint-Amands zou al van het eind van 11de
eeuw dateren en vinden we
ook op de oude kaarten terug...
De abdij kende vrij snel na haar inwijding in 1086 een
grote expansie en een
ongekende uitstraling in de 12de en de 13de eeuw. Ze
bouwde in de ruime omgeving
grote hoeves en wind-en watermolens. Ze exploiteerde
daartoe met succes een
reeks zandsteengroeven te Doment en Kravaalbos
(Meldert). Ook de oude
'Duivelsputten' op de Boekhoutberg waren in feite
gewezen zandsteengroeven. Het
zandsteen werd oa. gebruikt voor de bouw van vele
kerken, zelfs tot in het
buitenland. Marcel Daelman sugereert dat er naast het plaatselijk
ontgonnen
zandsteen ook hardsteen nodig was en dat dit hardsteen
uit Wallonië op platte
schuiten via de Dender kon worden aangevoerd tot aan de
aanlegplaats ter hoogte
van Kortenbos. Is de Witteboomstraat één van
toegangswegen geweest tot deze
loskade ? Wie zal het zeggen ? Er is ook nog lange tijd
een voorde (of
doorwaadbare plaats) geweest op die plek aan de Dender.
Zowel de Witteboomstraat
als de Achterdaalstraat liepen daarheen.
Historici zijn het er in elk geval over eens dat er in
de 11de eeuw een relatief
grote Waalse immigratie is geweest naar de tot dan toe
nog schaarsbevolkte
streek van Hekelgem, Meldert en Asse. Deze Waalse
kolonisten werden ondermeer
ingeschakeld als ervaren steenkappers in deze nieuwe
florerende nijverheid. De
kolonisatie moet toen zelfs zulke impact gehad hebben
dat er tegenwoordig nog
heel wat Romaanse toponiemen in de streek (bvb, Mazits,
Morette, Doment,
Kravaal) aan kunnen worden toegeschreven. Daartussen
ook opmerkelijk de
plaatsnaam (De) Kavee trouwens..
Echter, reeds in 1456 koos de abdij van Affligem voor
een andere "haven" aan de
Dender, namelijk de 'Affligemse werf' te Herdersem, van
waaruit de producten uit
de rijke steengroeven konden verspreid worden.
Herdersem lag welliswaar in het
graafschap Vlaanderen maar omstreeks 1456 was de
oorlogsdreiging en rivaliteit
tussen Vlaanderen en Brabant al geruime tijd voorbij,
dus dat speelde geen rol
meer. Er was meer en meer eenheid aan het groeien in
onze streken nadat het
hertogdom Brabant ook in Bourgondische handen was
gekomen. Herdersem was
eveneens niet al te ver afgelegen van de voornaamste
steengroeven (rondom
Meldert) én het had wellicht betere (lees: mindere
steile) toegangswegen dan het
geval moet geweest zijn bij het "haventje"
ter hoogte van Kortenbos-Kavee. Dat
laatste moest dus aan belang inboeten .. en is
uiteindelijk in de vergetelheid
geraakt.
Maar deze smalle Brabantse corridor verdween eigenlijk
pas voorgoed met de
Franse annexatie in 1795. Teralfene en Liedekerke
werden toen immers
overgeheveld naar het Dijle-departement, de facto
Brabant dus. De
Witteboomstraat was niet langer een grenswegje. Van
oudsher werden grenzen
geaccentueerd met een rij knotwilgen, zo was dat ook
tussen Teralfene en
Hekelgem, de zogenaamde "Paelwilghen". De
Alfenman maakt zich dus sterk dat de
benaming Witteboomstraat afgeleid is van
Wilgheboomstraat. Het baantje is nu uit
de vergetelheid gehaald. Terecht, want het had
historisch allicht wat meer
belang dan nu, als grensweg en vermoedelijk ooit ook
als toegangsweg van de
abdij naar de loskade én voorde op de Dender..
bronnen:
-
http://toerismeaffligem.be/?menu=artikels&submenu=geschiedenis ; ivm
geschiedenis van de abdij van Affligem
- Affligem, roem van ons land; Dom Albertus van Roy
(Davdsfonds Leuven), 1953,
blz 28-29; ivm met Waalse kolonisatie in Hekelgem en
omgeving.
-
http://www.kerkembodegem.be/algemeen/gebouwen/stamanduskapel.html : Marcel
Daelman (VVF Aals), de geschiedenis van de kapel en van
Sint Amandus
- Teralfene tussen Alfnam en Affligem, 1985. P. Van
Liedekerke, blz 24
- www.heemkringopwijk.be ivm de steengroeven van de
abdij van Affligem én de
Affligemse werf te Herdersem
- Jaarboek 1986 Heemkundige kring Affligem blz 44-52
ivm abdijhoeven te Affligem
- http://www.landvanaalst.tk/ ; Horenbault-kaart van
het land van Aalst uit 1596
-
http://www.zandstad.nl/site/entry.php?id=386442163 : kaart Hertogdom Brabant
circa 1250
-
http://www.puurs.be/file_uploads/2755.txt +
http://www.kvns.be/de-steenovens-historiek/ ivm een
gelijkaardige middeleeuwse
corridor van Brabant naar de Schelde (Steenovens bij
Sint Amands)