Maria De Backer - Teralfene

Ga naar de inhoud

Maria De Backer

Alfenman
 
 
Maria De Backer   (1863 Teralfene - 1945 Buenos Aires)
 
 
In zijn genealogische studie ‘Living in Argentina with Belgian roots’ vertelt de 55-jarige Argentijn Jorge Torres het opmerkelijke verhaal van zijn overgrootmoeder Maria De Backer, geboren te Teralfene in 1863 en gestorven te Buenos Aires, Argentinië in 1945.
 
 
Jorge vertelt op enthousiaste wijze over de emigratie van deze stoutmoedige dame vanuit België én hij reconstrueert haar onwaarschijnlijke omzwervingen nadien in Argentinië.  
 
Ook kwam Jorge via het internet in contact met verschillende mensen uit Teralfene en omgeving, waaronder ondergetekende. En wij hebben hem graag verder geholpen met enkele opzoekingen van hieruit.
 
 
Wat weten we ?  Maria De Backer werd geboren op 13 november 1863 en groeide op te Teralfene ter hoogte van het kruispunt Kaaistraat-Mollenhoek als derde kind in een bescheiden gezin. Maria werd kantwerkster maar verder was ze voor die tijd blijkbaar zeer avontuurlijk aangelegd zoals in haar later leven zal blijken. Ongehuwd beviel ze te Teralfene op 30 maart 1884 op twintigjarige leeftijd van een natuurlijke zoon Joseph De Backer. Maria woonde aanvankelijk nog met haar zoontje in bij haar moeder Maria Theresia De Geyter aan de Kaaistraat te Teralfene. Dat zoontje veranderde vier jaar later van familienaam - en werd dus gelegitimeerd - naar “Joseph De Troyer” toen Maria op 5 november 1888  te Laken huwde met de vermoedelijke natuurlijke vader François De Troyer uit Laken.
 
 
Nog geen drie weken na dit huwelijk vertrok het gezin op zondag 25 november 1888 ’s ochtends in alle vroegte met de stoomboot Köln vanuit Antwerpen richting Buenos Aires. Een overtocht die ongeveer één maand zou duren. Zoals gewoonlijk stond er opnieuw een grote menigte aan de kade te Antwerpen om de gedurfde reizigers uit te wuiven – ditmaal een kleine 500 mensen, hoofdzakelijk Vlamingen met een landbouwachtergrond (bron: Indépendance Belge van 30 november 1888). De jaren 1888-1889 staan bekend als de jaren van de ‘Argentijnse koorts’ waarbij vele duizenden Belgen als landverhuizers de overtocht waagden, op zoek naar een betere toekomst. Op 28 december 1888 werd het drietal officiëel geregistreerd als aangekomen te Buenos-Aires:  François De Troyer (27j), Maria De Backer (25j) én Joseph De Troyer (4j).
 
 
Het lijkt op het eerste zicht een vrij normaal verhaal van emigranten naar de nieuwe wereld, zoals er zovelen geweest zijn. Het was ook een begrijpelijke keuze ook als men bedenkt dat de bevolking van Teralfene omstreeks die tijd kreunde onder de landbouwcrisis. Uitgerekend in het jaar 1888 woedde er in en rond het dorp een besmettelijke ziekte met een enorme kindersterfte tot gevolg. Men zou voor minder betere oorden gaan opzoeken. Maar dan gebeurt er iets merkwaardigs.
 
 
De kleine Joseph duikt namelijk een paar jaar later terug op te Teralfene zoals blijkt uit een brief uit 1893 van het Bureel van Weldadigheid (een voorloper van het OCMW) van Teralfene.  Joseph De Troyer, op dat moment 9 jaar oud, bevindt zich in 1893 inderdaad terug te Teralfene, weliswaar zonder zijn ouders, en vermoedelijk opnieuw opgevangen bij zijn grootmoeder aan de Kaaistraat. Luidens de brief is zijn vader François op dat moment “spoorloos verdwenen…in Argentinië” én Joseph verklaart dat ook zijn moeder Maria De Backer zich nog steeds in Argentinië bevindt. Voor de verstrekte financiële steun aan Joseph probeerde het Teralfense Bureel van Weldadigheid vergoeding te bekomen bij de gemeente Laken aangezien de verdwenen François uit die gemeente kwam en dus als vader in principe de kostwinner had moeten zijn…  
 
 
Deze informatie kan het vermoeden wekken dat François De Troyer na enige tijd in Argentinië mogelijkerwijze besloten had om samen met zijn zoon Joseph (tijdelijk) terug te keren naar Europa. Jorge Torres denkt dat die terugkeer omstreeks 1890-1891 gebeurde. Dat terwijl Maria De Backer wel haar hele verdere leven zal uitbouwen in Argentinië blijkbaar zonder haar man François én zonder haar zoon Joseph (!), hetgeen toch een zeer opmerkelijke situatie was. Maar mogelijk is kleine Joseph op een andere min-of-meer begeleide manier terug gekeerd naar België, zonder zijn vader. Alleszins blijkt ook François uit het leven van zijn zoon Joseph verdwenen te zijn toen het kind in 1893 eenmaal terug in Teralfene woonde.
 
 
Het terugkeren van landverhuizers uit Argentinië was zeker geen uitzondering. Van de uitgeweken Belgen keerden er in de jaren van de Argentijnse koorts en de daaropvolgende jaren méér dan een kwart terug naar België. Argentinië zelf had een intense propaganda gevoerd om bekwame werkkrachten aan te trekken, liefst van West-Europese oorsprong. Echter de teleurstelling was groot bij veel landverhuizers toen bleek dat ze niet de gepaste of gedroomde job vonden na hun aankomst in Argentinië. Jorge oppert zelfs de mogelijkheid dat het drietal vrij snel (in 1889 al) besliste om tijdelijk terug te keren naar België en dat ze vervolgens kleine Joseph in België bij de grootmoeder achterlieten en dat daarna Maria én François met hun tweeën terug naar Argentinië vertrokken.   
 
 
Dit lijkt op het eerste zicht een heel dramatisch verhaal: hoe een moeder en haar kind van elkaar gescheiden werden en zovele duizenden kilometers van mekaar verwijderd hun leven apart moesten verder zetten. Op zich is het reeds heel bijzonder dat een kleine Teralfense jongen als Joseph de Troyer omstreeks 1888 met de stoomboot over en weer naar Argentinië was gevaren en vervolgens zonder zijn ouders verder moest in België. Echter, we kennen vermoedelijk niet alle elementen die een rol gespeeld hebben in dit gebeuren. Over het vervolg ná 1893 van Joseph zijn aanwezigheid te Teralfene is er immers voorlopig geen informatie meer gevonden. Het lijkt er alleszins op dat hij zijn latere leven niet te Teralfene heeft doorgebracht. Hij is er niet gehuwd of gestorven en heeft er geen nakomelingen. Zijn er misschien pogingen geweest om moeder en zoon terug te verenigen in Argentinië ? Dat is voorlopig koffiedik kijken.
 
 
Jorge probeert de emigratie van zijn overgrootmoeder Maria De Backer ook te reconstrueren aan de hand van enkele vage verhalen die hierover in de familie werden overgeleverd. Zo zou Maria De Backer in de familie steeds beweerd hebben dat haar man François de Troyer door ziekte was overleden op de boot naar Punta Arenas, een stad helemaal in het diepe zuiden van Patagonië bij de Straat Magellaan op het grondgebied van Chili. Hoe dit overgeleverde verhaal te rijmen valt met de eerder feitelijk bevestigde gegevens van de overtocht eind 1888 vanuit Antwerpen naar Buenos Aires, was in eerste instantie niet duidelijk. Het zou dus om een onwaarheid kunnen gaan, of een verdraaiing van de feiten door Maria om de pijnlijke realiteit een plaats te geven. Nochtans zou ook dit verhaal op waarheid kunnen berusten zoals hierna zal blijken.  
 
 
Ook de verdere levensloop van Maria De Backer te Argentinië blijkt immers een aaneenschakeling te zijn van verrassende wendingen en omzwervingen. Jorge vertelt hoe zijn overgrootmoeder in de familie als een zeer avontuurlijke en onrustige vrouw bekend stond. Alleszins woont Maria De Backer tegen het jaar 1895 niet meer in Buenos Aires, maar wel duizenden kilometers zuidelijker in Patagonië, eerst (rond de jaren …1895-1897…) in ….  Punta Arenas (Chili) en vervolgens (… tot 1902) aan de Argentijnse kant van Patagonië in Rio Gallegos.
 
 
Al vanaf het begin hadden de meeste in Buenos Aires gearriveerde Europese immigranten de raad gekregen om beter niet in de stad te blijven wonen. Buenos Aires was immers duur én er waren onvoldoende geschikte jobs in de stad voor de landverhuizers. Het is dus begrijpelijk dat Maria De Backer reeds vrij snel - wellicht in de periode 1890-1894 – zoals zovele immigranten een alternatieve plek opzocht, al dan niet vergezeld van haar man Franciscus De Troyer. Haar vertrek naar het diepe zuiden van Patagonië valt wellicht te kaderen in de zogenaamde Tierra del Fuego gold rush: op Vuurland was er goud gevonden en dat trok in de periode 1883-1906 veel gelukzoekers aan met een hoogtepunt in het jaar 1893, nadat het nieuws over de goudvondst zich snel had verspreid ook onder de vele immigranten in Buenos Aires. Het Chileense stadje Punta Arenas groeide na 1890 plots uit zijn voegen en kwam in volle economische ontwikkeling. Het is gelegen aan de Straat Magellaan die de Atlantische en de Grote Oceaan verbindt. Aangezien er nog geen Panamakanaal was, betekende dit dat er in de late negentiende eeuw heel veel stoomboten de stad Punta Arenas bedienden. Ook stoomboten en kleinere boten die vanaf Buenos Aires vertrokken en langs de Zuid-Amerikaanse kust heen en weer voeren via Punta Arenas en Rio Gallegos. Zo is Maria De Backer wellicht in Patagonië geraakt, bijna 3000 kilometer ten zuiden van Buenos Aires. En mogelijk klopt het verhaal zelfs dat haar man François De Troyer haar vergezelde - of haar later achterna kwam – maar deze laatste trip niet overleefde als gevolge van ziekte.
 
 
In elk geval lijkt het een feit dat Maria De Backer tegen 1894-1895 als een alleenstaande 30-jarige Vlaamse vrouw leefde in Patagonië, een plek die men zonder veel te moeten overdrijven “het eind van de wereld” zou kunnen noemen. Ze begint er een relatie met een zekere Diaz. Er volgt echter geen huwelijk. De jaren daarop beviel ze er wel van minstens drie kinderen, die telkens ook haar familienaam De Backer dragen:
 
 
Miguel Diaz y de backer  ° 21 juni 1896 Punta Arenas, Chili (Patagonië) -  overleden als baby op 11 juli 1896 (21 dagen oud)
 
Antonio Diaz y de backer  ° 1 sept 1897 Punta Arenas, Chili (Patagonië)  -   + … ?  alleszins >  1922  
 
Ana De Backer   °18 mei 1902, Rio Gallegos, Santa Cruz, Argentinië (Patagonië)  -   + 1972 Grand Bourg (Buenos Aires), Argentinië  = grootmoeder van Jorge
 
 
Op haar 40ste levensjaar, in 1903, besliste Maria De Backer echter om samen met haar kleine dochtertje Ana De Backer het koude Patagonië  te verlaten en zich opnieuw duizenden kilometer noordelijker te vestigen. Haar zoontje Antonio (Diaz y de backer) blijft blijkbaar in Patagonië, mogelijk bij de familie van de vader (Diaz), maar Antonio zal later in zijn leven terug contact opnemen met zijn moeder en zus. De keuze viel op Mendoza, een stad in het westen van Argentinië aan de voet van het Andesgebergte, waar Maria De Backer en haar dochtertje Ana De Backer vanaf 1903 méér dan 10 jaar zullen wonen. In hetzelfde jaar (1903) beviel Maria daar nog van een dochtertje:
 
 
Maria Magdalena Backer ° 9 okt 1903 Godoy Cruz, Mendoza..
 
 
Maria hield in Mendoza een pension open en ontmoet daar Don José Cardozo - een Uruguayaanse matroos - die haar levenspartner zou blijven de rest van zijn leven. En ook dochter Ana De Backer leert als tiener in Mendoza een zekere Carlos Torres kennen.
 
 
Echter tijdens de Eerste Wereldoorlog – een oorlog waar Argentinië eigenlijk nauwelijks iets van heeft gemerkt - verhuizen Maria de Backer en dochter Ana de Backer alweer méér dan 1000 kilometer. Ze komen terecht in Buenos Aires, waarmee de cirkel voor Maria De Backer rond is. Haar levenspartner Don José Cardozo verhuist mee naar Buenos Aires. En ook Carlos Torres reist vanuit Mendoza zijn geliefde Ana De Backer achterna en deze twee huwen in Buenos Aires op 4 oktober 1919. Zij zijn de grootouders van Jorge Torres.
 
 
Jorge beschrijft een emotioneel weerzien in 1922 toen Antonio - de verloren zoon in Patagonië °1897 - onverwacht zijn moeder Maria De Backer en zus Ana De Backer komt opzoeken in Buenos Aires voor enkele uren met de boot. Ze zullen nadien in contact blijven via briefwisseling.
 
 
De jaren gaan voorbij en Maria help in de jaren dertig als oma in Buenos Aires met de opvoeding van de vijf kinderen van Ana De Backer en Carlos Torres, waaronder Raul Torres (°11 aug 1928), die de vader is van Jorge Torres.
 
 
Volgens de familieoverlevering vertelde Maria over haar tijd in België vaak over het feit dat ze meegewerkt had aan de kledij (kantwerk) voor prinses Charlotte Van België, dochter van koning Leopold I, en zus van de toenmalige Belgische koning Leopold II. Dit lijkt zeker plausibel aangezien Maria kantwerkster was én aangezien het kasteel Bouchout, waar prinses Charlotte vanaf 1879 tot haar dood in 1927 verbleef, in Meise lag op amper 5 kilometer van Laken. En wellicht woonde Maria De Backer omstreeks 1888 enige tijd in Laken bij haar man François De Troyer tot ze daar huwden vlak voor hun vertrek naar Argentinië.
 
 
Het verhaal van Charlotte van België is een tot de verbeelding sprekend tragisch verhaal. Zij was immers ooit gedurende enkele jaren keizerin van Mexico geweest en woonde omstreeks 1865 als zodanig in Mexico-stad in het paleis van Chapultepec samen met haar man Maximiliaan, aartshertog van Oostenrijk die in 1864 de Mexicaanse troon was aangeboden. Politiek ging het echter heel snel fout in dit marionettenkeizerrijk, aangezien de Mexicaanse republikeinen snel af wilden van deze monarchie. Charlotte Van België reisde in 1866 als keizerin terug naar Europa tevergeefs op zoek naar steun bij diverse Europese vorstenhuizen. Echter ze zou haar man nooit meer terugzien. Hij werd in Mexico gefusilleerd in juni 1867, hetgeen een schokgolf veroorzaakte in Europa. Toen ze het nieuws vernomen had stortte Charlotte van België geestelijk helemaal in en ze zou dit nooit meer helemaal te boven komen. Volgens sommigen was ze waanzinnig van verdriet, kreeg ze waanideeën en bleef ze tot het eind van haar leven volhouden dat ze keizerin van Mexcio was. Enigszins labiel kwam ze in 1879 met haar uitgebreide hofhouding in het kasteel Bouchout in Meise terecht waar ze nog bijna een halve eeuw zal wonen tot aan haar dood. Een anekdote toont haar tragische lot nog het beste: "Haar bruidsjurk, verlepte bloemen en een gevederd Mexicaans afgodsbeeld hingen bij haar aan de muur. Volgens berichten bracht ze haar dagen door in gesprek gewikkeld met een levensgrote pop gekleed in een keizerlijk gewaad. Zij sprak deze pop aan met 'Max' en beweerde dat hij het hart van Maximiliaan bezat….”
 
 
Toen Maria De Backer in 1887-1888 in Laken het kantwerk en kledij mocht verzorgen van deze voormalige Belgische keizerin Charlotte van Mexico, zal het hele gehalte aan koninklijke glitter en glamour ongetwijfeld wel indruk gemaakt hebben bij haar. Misschien was ze vanuit haar eigen avontuurlijke aard ook geïntrigeerd geraakt door het verhaal van Charlotte die als vrouw naar Mexico heen en weer was gereisd en dus een ander deel van de wereld had kunnen zien, ook al was het niet zo goed geëindigd. En misschien had dit Maria wel nieuwsgierig gemaakt of geïnspireerd om uiteindelijk zelf de boot te nemen naar dat andere overzeese Spaanssprekende land, …  Argentinië.
 
 
Op 30 juni 1945 overlijdt Maria De Backer op 82-jarige leeftijd te Buenos Aires. Het minste wat we kunnen zeggen is dat haar levensverhaal zeer tot de verbeelding spreekt. Jorge vond het een uitstekend idee om dit verhaal van Maria De Backer in Teralfene te publiceren. Zo is zijn overgrootmoeder op de één of andere manier terug aanwezig in haar vaderland.

 
 
 
 
Maria De Backer   (1863 Teralfene - 1945 Buenos Aires)
 
En su estudio genealógico 'Viviendo en Argentina con raíces Belgas', el Argentino Jorge Torres, de 55 años, cuenta la extraordinaria historia de su bisabuela Maria De Backer, nacida en Teralfene, Bélgica en 1863 y fallecida en Buenos Aires, Argentina, en 1945.
 
 
Jorge habla con entusiasmo sobre la emigración de Bélgica de esta atrevida dama y reconstruye su inverosímiles vagabundeos en Argentina. Ha habido contactos en línea desde hace algunos años entre Jorge y varias personas de Teralfene y sus alrededores, incluida yo mismo. Y estamos felices de ayudar con algunas investigaciones desde aquí.
 
 
¿Qué sabemos? Maria De Backer nació el 13 de noviembre de 1863 y creció en Teralfene en la encrucijada de Kaaistraat-Mollenhoek como la tercera hija de una familia modesta. María se convirtió en una "trabajadora de encaje", pero, por lo demás, se mostró muy aventurera durante ese tiempo, como se mostrará en su vida posterior. Soltera, dio a luz en Teralfene el 30 de marzo de 1884 a la edad de 20 años de un hijo natural, Joseph De Backer.
 
 
María y su hijo vivieron inicialmente con la madre Maria Theresia De Geyter, en Kaaistraat en Teralfene.  El nombre de ese hijo cambió cuatro años más tarde, y por lo tanto fue legitimado, a "Joseph De Troyer" cuando María se casó el 5 de noviembre de 1888 en Laken con el presunto padre natural François De Troyer de Laeken.
 
 
 
 
Menos de tres semanas después de este matrimonio, el domingo 25 de noviembre de 1888, la familia partió temprano en la mañana con el barco de vapor desde Amberes a Buenos Aires. Un cruce que llevaría alrededor de un mes. Como de costumbre, hubo una gran multitud en el muelle de Amberes para saludar a los atrevidos viajeros, esta vez alrededor de 500 personas, en su mayoría flamencos con antecedentes agrícolas (fuente: Indépendance Belge del 30 de noviembre de 1888). Los años 1888-1889 se conocen como los años de la "fiebre argentina" en la que muchos miles de belgas como emigrantes se aventuraron a cruzar, buscando un futuro mejor. El 28 de diciembre de 1888, los tres registrados oficialmente llegaron a Buenos Aires: François De Troyer (27 años), Maria De Backer (25 años) y Joseph De Troyer (4 años).
 
 
A primera vista, parece una historia bastante normal de emigrantes al nuevo mundo, ya que ha habido muchos. ambién fue una elección comprensible, si se considera que la gente de Teralfene estaba sufriendo en ese momento bajo la crisis agrícola. Específicamente en el año 1888, una enfermedad infecciosa con una mortalidad infantil enorme se extendió en y alrededor de la aldea. Era obvio que había mejores lugares para vivir en ese momento.. Pero entonces sucede algo extraordinario.
 
 
El pequeño Joseph vuelve a aparecer en Teralfene unos años después, como lo demuestra una carta de 1893 de la "Oficina de Benevolencia" (un antiguo instituto local de asistencia social) de Teralfene. De hecho, Joseph De Troyer, en ese momento 9 años, vive nuevamente en Teralfene en 1893, aunque sin sus padres, y probablemente se reintegró con su abuela en Kaaistraat. Según la carta, su padre François fue "desaparecido sin dejar rastro ... en Argentina" y Joseph declara que también su madre Maria De Backer aún se encuentra en Argentina. Por el apoyo financiero otorgado a Joseph, la "Oficina de Benevolencia" de Teralfene trató de obtener una compensación del municipio de Laeken, ya que el desaparecido Francois provenía de ese municipio y, como padre, en principio debería haber sido el sostén de la familia ...
 
 
Esta información puede dar la sospecha de que Francois De Troyer podría haber decidido regresar a Europa con su hijo Joseph (temporalmente) después de algún tiempo en Argentina. Jorge Torres cree que este regreso ocurrió alrededor de 1890-1891. Que mientras Maria De Backer continuará toda su vida en Argentina aparentemente sin su esposo François y sin su hijo Joseph lo cual fue una situación muy notable. Pero quizás el pequeño Joseph haya regresado a Bélgica de otra manera más o menos guiada, sin su padre. En cualquier caso, también François desapareció de la vida de José de su hijo una vez que el niño volvió a caer en Teralfene en 1893.
 
 
El regreso de los emigrantes de Argentina ciertamente no fue una excepción. En los años de fiebre argentina y en los años siguientes, más de una cuarta parte de los belgas de raza regresó a Bélgica. La propia Argentina tenía una propaganda intensa para atraer trabajadores calificados, preferiblemente de origen de Europa occidental. Sin embargo, la decepción fue grande con muchos emigrantes cuando parecía que no encontraban el trabajo correcto o soñado después de llegar a Argentina. Jorge incluso sugiere la posibilidad de que los tres decidieron rápidamente (en 1889) regresar temporalmente a Bélgica y que dejado atrás al Joseph en Bélgica con la abuela y que luego Maria y François regresaran a la Argentina con los dos.
 
 
A primera vista, parece una historia muy dramática: cómo una madre y su hijo se separaron y tantos miles de kilómetros de distancia tuvieron que continuar su vida por separado. En sí mismo, ya es muy especial que un niño pequeño de Teralfene haya navegado hacia Argentina con el barco de vapor hacia 1888 y luego haya tenido que continuar en Bélgica sin sus padres. Sin embargo, es probable que no conozcamos todos los elementos que han jugado un papel en este evento. Por el momento, no se encontró información sobre la presencia de Joseph en Teralfene después de 1893. En cualquier caso, parece que no pasó su vida posterior en Teralfene. No está casado ni murió allí y no tiene descendencia en el pueblo. Plantea preguntas como:  ¿Ha habido algún intento de reconciliar a madre e hijo en Argentina? Eso es por el momento un misterio ..
 
 
Jorge también intenta reconstruir la emigración de su bisabuela, Maria De Backer, sobre la base de algunas historias vagas que fueron transmitidas en la familia. Por ejemplo, María De Backer contó a la familia que su esposo Francois de Troyer había muerto debido a una enfermedad en el barco a Punta Arenas, una ciudad en el sur de la Patagonia en el estrecho de Magallanes en el territorio de Chile. La forma en que se debe conciliar esta historia con los datos previamente confirmados del cruce a fines de 1888 desde Amberes a Buenos Aires no estaba clara al principio. Por lo tanto, podría ser un error o una distorsión de los hechos por parte de María para dar un lugar a la dolorosa realidad. Sin embargo, esta historia también podría basarse en la verdad, como se explicará a continuación.
 
 
El curso posterior de la vida de Maria De Backer en Argentina también resulta ser una sucesión de giros y divagaciones sorprendentes. Jorge cuenta cómo su bisabuela en la familia era conocida como una mujer muy aventurera e inquieta. De cualquier manera, Maria De Backer ya no vive en Buenos Aires para el año 1895. Vive miles de millas más al sur en la Patagonia, primero (alrededor de los años ... 1895-1897 ...) en .... Punta Arenas (Chile) y luego (... hasta 1902) en el lado argentino de la Patagonia en Río Gallegos.
 
 
Desde el principio, a la mayoría de los inmigrantes que llegaron a Buenos Aires se les aconsejó no quedarse en esa ciudad demasiado tiempo. Después de todo, Buenos Aires era caro y no había suficientes empleos adecuados en la ciudad para los emigrantes. Por eso es comprensible que Maria De Backer pronto estuviera buscando otro lugar para vivir, posiblemente con su esposo Franciscus De Troyer, tal vez en el período 1890-1894, como hicieron muchos inmigrantes. El viaje de Maria a al sur de la Patagonia puede caer bajo la llamada 'fiebre del oro' de Tierra del Fuego: se encontró oro en Tierra del Fuego y eso atrajo a muchos buscadores de fortuna en el período 1883-1906 con un pico en el año 1893. La noticia del hallazgo de oro se difundió rápidamente también entre los muchos inmigrantes en Buenos Aires. La ciudad chilena de Punta Arenas creció rápidamente después de 1890 y entró en pleno desarrollo económico. Se encuentra en el estrecho de Magallanes que conecta el Océano Atlántico y el Océano Pacífico.  Como todavía no había un canal de Panamá, esto significaba que a fines del siglo XIX muchos barcos de vapor operaban la ciudad de Punta Arenas. También vapores y botes más pequeños que salen de Buenos Aires y viajan de ida y vuelta a lo largo de la costa sudamericana a través de Punta Arenas y Río Gallegos.  María De Backer puede haber llegado a la Patagonia de esta manera, casi 3.000 kilómetros al sur de Buenos Aires. Y quizás la historia sea cierta: su esposo François De Troyer la acompañó o la siguió más tarde, pero Francois no sobrevivió a este último viaje a Punta Arenas como resultado de una enfermedad en el barco.
 
 
En cualquier caso, parece que Maria De Backer vivió entre 1894 y 1895 en la Patagonia como soltera.  En cualquier caso, parece que Maria De Backer vivió en la Patagonia en 1894-1895 como una mujer soltera de 30 años que vive en la Patagonia, un lugar que podría llamarse "el fin del mundo" sin mucha exageración. Ella comienza una relación con un cierto Díaz. Sin embargo, no hay matrimonio. En los años siguientes, dio a luz al menos a tres hijos, todos ellos también con su apellido De Backer:
 
 
Miguel Diaz y de backer  ° 21 de junio de 1896 Punta Arenas, Chile (Patagonia) -  Murió de bebé el 11 de julio de 1896. (21 días de edad)
Antonio Diaz y de backer  ° 1 de septiembre de 1896 Punta Arenas, Chile (Patagonia)   -   + … ?   >  1922  
Ana De Backer   °18 de mayo de 1902, Rio Gallegos, Santa Cruz, Argentina (Patagonia)  -   + 1972 Grand Bourg (Buenos Aires), Argentina  = abuela de Jorge.
 Sin embargo, en 1903, cuando tenía 40 años, Maria De Backer decidió abandonar la fría Patagonia junto con su pequeña hija Ana De Backer para establecerse a miles de kilómetros más al norte. Aparentemente, pequeño hijo Antonio (Díaz y de quien lo apoya) se queda en la Patagonia, posiblemente con la familia del padre (Díaz), pero Antonio se comunicará con su madre y su hermana más tarde durante su vida. Maria De Backer y su hija Ana De Backer vivirán más de 10 años a partir de 1903 en la ciudad de Mendoza, en el oeste de Argentina, cerca de las montañas de los Andes. En el mismo año 1903 María dio a luz a otra hija:
 
Maria Magdalena Backer ° 9 de octubre de 1903  Godoy Cruz, Mendoza, Argentina 
 
María trabaja en una casa de huéspedes en Mendoza y allí conoce a Don José Cardozo, un marinero uruguayo, que seguiría siendo su "compañero de vida" por el resto de su vida. La hija adolescente de María, Ana De Backer, conoce a un tal Carlos Torres en Mendoza. Durante la Primera Guerra Mundial, que Argentina no ha sufrido mucho, decidió María de Backer y su hija Ana de Backer para mover más de 1000 kilómetros. Terminan en Buenos Aires, completando de esa manera el círculo para Maria De Backer. Su compañero de vida Don José Cardozo se muda también a Buenos Aires. Carlos Torres desde Mendoza también viaja a su amada Ana De Backer y se casan en Buenos Aires el 4 de octubre de 1919. Son los abuelos de Jorge Torres.
 Jorge describe una reunión emocional en el año 1922 cuando Antonio (el hijo perdido de María en la Patagonia °1897) visita inesperadamente a su madre, Maria De Backer, y a su hermana Ana De Backer, en Buenos Aires, durante unas horas en barco. Se mantendrán en contacto por correspondencia luego.
 Pasan los años y en los años treinta, María ayuda en Buenos Aires como abuela con la crianza de los cinco hijos de Ana De Backer y Carlos Torres, incluido Raúl Torres (11 de agosto de 1928), quien es el padre de Jorge Torres.
 Según la familia, María a menudo hablaba sobre su tiempo en Bélgica, más específicamente sobre el hecho de que había trabajado para la ropa (encaje) para la princesa Charlotte de Bélgica, hija del rey Leopoldo I. Esto parece ciertamente plausible, ya que María trabajaba con encajes. El castillo de Bouchout, donde se alojó la princesa Charlotte desde 1879 hasta su muerte en 1927, se encuentra en Meise, a solo 5 kilómetros de Laeken. Y, probablemente, alrededor de 1888, Maria De Backer pasó un tiempo en Laeken con su esposo François De Troyer hasta que se casaron allí antes de irse a Argentina.
 La historia de Charlotte de Bélgica es una historia trágica, muy atractiva para la imaginación. Después de todo, había sido emperatriz de México durante varios años, y aproximadamente en 1865 vivía en la ciudad de México en el palacio de Chapultepec con su esposo Maximilian, archiduque de Austria, a quien le ofrecieron el trono mexicano en 1864. Sin embargo, políticamente, se equivocó rápidamente en este imperio títere, ya que los republicanos mexicanos querían deshacerse de esta monarquía rápidamente. Charlotte Van België viajó de regreso a Europa en 1866 como una emperatriz, buscando sin éxito el apoyo de varias casas reales europeas. Sin embargo, nunca volvería a ver a su marido. Su esposo Maximilian fue ejecutado en México en junio de 1867, causando una oleada de indignación en Europa. Cuando escuchó la noticia, Charlotte de Bélgica se derrumbó mentalmente y en realidad nunca se recuperó. Según algunos, estaba desesperada con el dolor, se engañó y persistió hasta el final de su vida en que seguía siendo la emperatriz de México. Algo lábil, Charlotte llega a Meise en 1879 con su corte en el castillo de Bouchout, donde viviría durante casi medio siglo hasta su muerte. Una anécdota muestra lo mejor de su trágico destino: "Su vestido de novia, flores marchitas y un ídolo mexicano con plumas colgaban de su pared. Según los informes, pasó sus días conversando con una muñeca de tamaño real vestida con una prenda imperial. Ella nombró el muñeco "Max" y dijo que era el dueño del corazón de Maximiliano ... "
 Cuando Maria De Backer, en 1887-1888, en Laeken, pudo cuidar el encaje y la ropa de esta ex emperatriz Belga de México, indudablemente toda la cantidad de brillo real y glamour la habrá impresionado. Tal vez por su propia naturaleza aventurera, también se había sentido intrigada por la historia de Charlotte que había viajado de ida y vuelta a México como mujer y, por lo tanto, podía haber visto una parte diferente del mundo, incluso si no había terminado bien. Y tal vez esto hubiera hecho que María sintiera curiosidad o inspiración para eventualmente llevar su propio barco al otro país de habla hispana en el extranjero, ... Argentina.
 El 30 de junio de 1945, Maria De Backer muere en Buenos Aires a la edad de 82 años. Lo menos que podemos decir es que la historia de su vida es muy atractiva para la imaginación. Jorge estaba encantado con la idea de publicar esta historia de Maria De Backer en Teralfene. De esta manera, su bisabuela volverá a su país natal de una manera u otra.
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Terug naar de inhoud